zondag 30 april 2006

Koninginnedag of koninginnendag?

Koninginnedag zonder tussen-n, we hebben tenslotte maar één koninging. In Mill werd het als vanouds gevierd met o.a. kinderspelen in de Kerkstraat. Het weer werkte dit jaar wel heel slecht mee, maar de organisatie had daar goed op ingespeeld door de meeste spelletjes en andere attracties onder de luifels van de winkels te plaatsen. Helaas werd iedereen af en toe toch nog flink nat. Maar gezellig was het wel, niet in de laatste plaats door de zon die zich gelukkig ook nog regelmatig liet zien. Én de tent voor het gemeentehuis natuurlijk, waar de muziek vrolijk klonk en er ook wat te drinken was.

Op televisie keek ik tussen de bedrijven door ook nog naar de konininginnedagviering in de Flevopolder. Hagelstenen en veel nattigheid in Zeewolde en natuurlijk heel veel wind. Het zag er een beetje triest uit. Later in Almere was er wel meer zon, alhoewel er ook nog af en toe flinke buien vielen. In Almere leek het opeens of Nederland twéé koninginnen had, wie van de twee dames op enorme hakken en met grote hoeden was nu de echte? De burgemeester van Almere, Annemarie Jorritsma, had zich voor de gelegenheid als een echte vorstin uitgedost. Wie haar kledingadviseuse is, is mij onbekend en dat moet denk ik ook maar zo blijven. Verschríkkelijk, hoe kun je iemand zo op een verkeerde manier 'in het zonnetje zetten'.
Knalgroene schoenen met enórme hakken, voor de lange Annemarie Jorritsma overbodige extra centimeters. Het zag er ook niet echt comfortabel uit, wat zal ze 's avonds zere voeten hebben gehad. En dan haar 'pak', groene rok (passend bij de schoenen natuurlijk) met een jasje waar een soort vleugels aan gemonteerd waren. Met al die wind werkten die extra stroken stof een beetje op de lachspieren en het gaf mevrouw Jorritsma wel heel veel volume. Jammer voor iemand die net zo haar best heeft gedaan om veel kilo's kwijt te raken. Natuurlijk had de burgemeester ook een extravagante hoed op, maar die stond haar juist wel heel erg leuk. Als opvallend accent had die genoeg allure om van mevrouw Jorritsma een soort koningin te maken, een iets eenvoudigere outfit zou daar beter bij gepast hebben. Dan was het misschien wel even koninginneNdag in Almere geweest.

Terug naar Mill, waar de feestelijkheden 's middags en 's avonds gewoon doorgingen, ondanks het slechte weer. Ook de volgende dag, zondag 30 april vieren wij hier feest: de draaimolen draait door en de muziek klinkt nog steeds!

zondag 23 april 2006

Van de herfst naar de lente

Onze Australië-reis is afgelopen, wij zijn weer terug in Mill. Donderdagochtend heel vroeg landden wij op Schiphol en we vonden het er bar koud. In Australië is het nu dan wel herfst, maar de temperaturen liggen er nog boven een gemiddelde Nederlandse zomerdag. Daar hebben wij volop van genoten natuurlijk, daarbij hoopten we dat het weer in Nederland eindelijk beter zou worden als we weer terug waren. Uiteraard hielden we af en toe de temperatuur in Amsterdam (in iedere buitenlandse krant te vinden) in de gaten. Dat leek nog in de verste verte niet op lente...
Maar de weergoden waren met ons, of misschien hebben wij zelf een beetje warmte meegebracht, het leek toch of de lente eindelijk begonnen was. Aan de natuur nog niks te zien, alle bomen zijn nog bijna kaal, en de meeste mensen lopen nog met hun winterjas over straat.
Nadat we in Mill gearriveerd waren en ons een beetje opgeknapt hadden, zijn we aan een zonnige dag begonnen. Allereerst gingen we boodschappen doen, zonder jas natuurlijk. We vonden het al een gek gevoel dat we geen korte broek meer aanhadden. We werden toch een beetje vreemd aangekeken door warm aangeklede mensen, maar wij vonden dat het prima kon. Onze huid gloeide nog lekker na van alle zon die er de laatste 3 weken op geschenen had.
Vrijdag was het weer nog beter en zagen we al meer waaghalzen zonder jas! Het was al echt terrasjesweer, de lunch smaakt buiten extra lekker.
Vandaag is voor ons de lente pas écht begonnen: voor de eerste keer dit seizoen is het gras weer gemaaid. De tuin is opgeruimd, het eerste onkruid verwijderd en de kale plekken in het gazon zijn een beetje bijgezaaid. En nu maar hopen dat de bomen binnenkort weer volop in het blad zitten, zodat we lekker in de schaduw kunnen zitten als het buiten te heet wordt!

maandag 17 april 2006

Zondagmiddag in Sydney

Waren we vorige week nog in Perth, deze zondag brachten we door in Sydney. Tussen deze 2 steden zit 3 dagen treinen met de Indian Pacific. Voor iedereen die behoefte heeft aan onthaasten en er het geld voor over heeft, is dat een aanrader!
Maar op zondag 16 april 2006, Eerste Paasdag dus, was onze belangrijkste bezigheid het ontdekken van de Sydney Opera House. Een prachtig gebouw dat tot ieders verbeelding spreekt.
Wij zijn er eerst omheen gelopen, hebben het van verschillende kanten gefotografeerd en hebben tenslotte een kaartje gekocht voor de rondleiding.
The Sydney Opera House was oorspronkelijk een idee van Eugene Goossens, een Belg en ooit de dirigent van het Sydney's Symfonie Orkest. Er werd in januari 1956 een wedstrijd uitgeschreven voor architecten die gewonnen werd door de Deen Jorn Utzon. In 1959 werd met de bouw gestart.
De oorspronkelijke begroting was $ 7.000.000,= en het moest zo snel mogelijk klaar zijn. Uiteindelijk was er $ 122.000.000,= mee gemoeid en heeft de bouw tot 1973 geduurd. Inmiddels waren zowel Goossens als Utzon van het toneel verdwenen. Allebei door twijfelachtige omstandigheden. Utzon, op dit moment 88 jaar, is sinds 1999 in ere hersteld en werkt vanuit Mallorca nog aan verbeteringen en plannen voor the Opera House. Markant detail hierbij is dat hij niet meer in Sydney is geweest na het begin van de bouw en dus the Sydney Opera House nooit echt gezien heeft!
Het hele gebouw ademt een grandeur uit die met niets te vergelijken is. Ook binnen is het overweldigend mooi - en groot. Zie je aan de buitenkant witte en beige tegeltjes (speciaal in Zweden gemaakt en behandeld om het licht op een speciale manier te weerkaatsen), van binnen is het beton onbehandeld gelaten en zorgt daardoor voor een bijzonder krachtige uitstraling. Het glas dat gebruikt is, komt uit Frankrijk, maar behalve de tegeltjes en het glas bestaat het hele gebouw uit Australische materialen. Kilometers, 350 om precies te zijn, staal en veel beton zijn gebruikt om de constructie te waarborgen. De concertzalen zijn overal bekleed met hout om voor een juiste akoestiek te zorgen. Zelfs de lampen zorgen voor een goede verdeling van het geluid!
Het orgel in de concertzaal bestaat uit meer dan 10.000 pijpen, waarvan er iets meer dan 100 zichtbaar zijn. Deze zaal biedt plaats aan 2670 mensen. Er is nog een andere 'grote' zaal, hier worden de opera's vertoond en kunnnen 1550 mensen zitten. Dan zijn er nog 3 kleinere theaters met minder dan 500 stoelen.
Kortom: Jorn Utzon ontwierp een gebouw dat zijn tijd ver vooruit was... een gebouw dat het aanzien van een heel continent veranderde (Uitspraak van Frank Gehry bij de uitreiking van de Pritzker Prijs in 2003).

zondag 9 april 2006

Zondagmiddag in Perth

We begonnen de zondagmiddag met een dim-sim lunch bij het Seafood Dragon Restaurant in Perth. Een georganiseerde chaos en heel veel lekker eten.
Daarna koffie bij Dôme, een Australische koffieketen - níet te vergelijken met Starbucks in de United States, en een wandeling door het centrum van Perth. Eigenlijk niet veel anders dan een andere grote stad: de winkels op zondag open en overal kijkende en winkelende mensen. Zoals je van een miljoenenstad verwacht. Daarna hebben we de rust opgezocht in Kings Park, 5 vierkante kilometer 'park' dat op veel plaatsen nog in zijn natuurlijke staat wordt gelaten. We hebben er allerlei planten gezien die we niet in Europa hebben en heel veel vogels. Kings Park is een ander soort park dan we in Nederland gewend zijn, maar gelukkig staan er wel veel bordjes met uitleg over bomen en planten en de vogels die zich daar in de buurt ophouden. Ze maken allemaal wonderlijke geluiden en ze zien er groter en kleurrijker uit dan de vogels in Nederland.

Na Kings Park zijn we naar het strand gereden en hebben daar ergens een terrasje opgezocht.
We kwamen uit bij een 'tent' waar het BYO principe geldt. Bring Your Own betekent dat je zelf je (alcoholische) drank mee kunt brengen en daarvoor alleen wat 'kurkengeld' (ze maken de fles voor je open) moet betalen. Wij kwamen dus met een fles rosé binnen die we aan de overkant van de straat gekocht hadden. We hebben er wat brood met 'smeerseltjes' bij besteld en een tijdje van het uitzicht op de Indische Oceaan zitten genieten. Je wordt er enorm rustig van om eindeloos over die grote zee uit te kijken!
Zo'n zondagmiddag vliegt dus gewoon voorbij, het is aangenaam verpozen aan de andere kant van de wereld. Temeer daar het hier, ondanks de 'herfst', nog zomers warm is en dat geeft een heerlijk vakantiegevoel.
We zijn nu ongeveer op de helft van onze reis en voelen ons heel ver van Mill verwijderd. Toch missen we het wel een beetje, maar hopen dat het daar beter weer is tegen de tijd dat we weer thuis zijn. Want de 8 graden Celsius die we vanochtend bij de weersvoorspelling zagen, vinden wij echt te weinig om voor terug te komen!

zaterdag 1 april 2006

In Alice Springs

In Alice Springs in the Northern Territory in Australië is het warm, erg warm. Ook als de herfst al officieel begonnen is, heeft het weer nog veel weg van een warme hete zomer. Alice Springs is bijna een week onze 'basis' tijdens onze vakantie in Australië. We zijn er nog geen dag en hebben ons al een beetje een mening gevormd over hoe het leven hier moet zijn. Vanavond gingen wij eten in de Alice Springs Memorial Club. Voor ons een hele nieuwe ervaring, want alles was anders dan wij in Nederland gewend zijn als we uit gaan eten. Het was er heel erg druk, maar het was wel een heel gezellige drukte. Het leek wel of iedereen er elkaar kende, iedereen behalve ons dan. Wij konden het mooi allemaal gaan zitten bekijken. Hele families kwamen er om te bowlen (dat is dus de club), te eten en te drinken. Dat bowlen gaat niet alleen voor het plezier, het is een serieuze aangelegenheid. Het gaat ook heel anders dan waaraan wij denken bij bowlen, het gaat hier om bowls (in sommig delen van Nederland ook wel koersballen genoemd).
Wij moesten voordat we naar binnen mochten eerst lid worden van de club, dat kost niks en is maar één dag geldig. Je hoeft er ook niet voor te bowlen en we zijn er nog niet uit wat het doel is. Dat kunnen 2 dingen zijn: dat is nodig omdat er nogal wat gokmachines stonden en dat mag misschien niet in een openbare gelegenheid óf - en dat vinden wij toch waarschijnlijker - het is om de Aborigenals buiten te houden.
In ieder geval waren er echt alleen maar blanke bezoekers, echte Australische dikzakken die veel bier drinken en behoorlijk kunnen eten. Nadat we 'lid' waren geworden, konden we naar binnen, het eerste wat we zagen was een enorm café en véél mensen. De bistro waarvoor we kwamen was verder naar achteren, maar wij herkenden het niet echt als zodanig. Nog voordat we ook maar even hadden kunnen bedenken wat we wilden eten, stonden we voor een counter en moesten we bestellen! Er was wel een menukaart, maar er stonden alleen maar hoofdgerechten op. Geen soep, geen toetjes, geen drankjes, alleen grote porties kip, vlees of vis. Na een keuze gemaakt te hebben, moesten we meteen betalen en een tafelnummer noemen. Ojee, dat hadden we natuurlijk ook nog niet, dus snel een lege aangewezen. Nadat we betaald hadden, konden we plaatsnemen en bijvoorbeeld alvast een broodje en wat salade bij the saladbar halen. Hoort er gewoon bij en kost niks. Drankjes - wij gingen voor een jug VB (Victorian Bitter) bier - zelf bij de bar halen. Intussen zagen wij hele families binnenkomen, met grote en hele kleine kinderen. Opa's en oma's, vrienden en buren en in ieder geval allemaal met elkaar bekend. Ook het bowlen ging gewoon door. Het was een gezellige drukte en het eten dat ons gebracht werd was opvallend goed. Zo genietend kwamen wij erop hoe het zou zijn om als tiener in Alice Springs op te groeien. Dan ben je dus zulke zaterdagavonden gewend, veel meer is er niet (denken wij). Kom je er ooit weg, dan zal het flink wennen zijn aan een vreemde wereld. Zo goed als je iedereen in Alice Springs kende, zal het wel nooit meer worden. Ga je bijvoorbeeld studeren, dan moet je echt ver weg. De 'dichtstbijzijnde' stad is Adelaïde, maar dat is wel zo'n 1500 km! In de weekenden naar huis wordt bijna onmogelijk, OV-jaarkaarten kennen ze er niet. Je zult snel de vertrouwde wereld van thuis moeten ontgroeien om je een beetje te kunnen aanpassen. Eenmaal weg, dan is terug naar huis ook geen optie meer. Want vind je er wel werk? Kun je er nog wennen?
Blijf je er wonen, dan zet je waarschijnlijk zelf de traditie voort en ga je mét je kinderen op zaterdagavond bowlen en samen eten. Je ontmoet er de anderen die ook in Alice Springs zijn gebleven. Zo af en toe is er iemand die het wél ergens anders gaat proberen. In een wereld die niet de jouwe is.
De wereld in Alice Springs lijkt voor de Australiërs in ieder geval nog heel veilig, de sfeer is gemoedelijk. Maar als je dan op straat komt, in het donker, zie je daar de Aborigenals die er óók wonen. Zij hebben niet de mogelijkheid om weg te gaan, zij komen ook niet in de club om te bowlen. Zij blijven er wonen, velen in armoede, noodgedwongen.