zaterdag 28 oktober 2006

Doktersbezoek

Om op alles voorbereid te zijn, moest onze hond deze week een bescherming tegen kennelhoest halen. In verband met een eventueel bezoek aan een hondenpension, dat bij nader inzien misschien voorlopig wel helemaal niet gaat plaatsvinden, werd ons opgedragen om onze hond te laten vaccineren. Nou waren we in juni nog geweest voor de jaarlijkse cocktail tegen allerlei mogelijke enge ziektes, maar dat nam niet weg dat de kennelhoest alsnog voorkomen moest worden. Dus was een afspraak snel gemaakt en wandelden wij op woensdagmiddag via de - nog steeds - opengebroken Spoorstraat naar dierenartsenpraktijk De Peelkant.

Daar aangekomen had Muis, zo heet onze hond nu eenmaal, niet zo heel veel zin om mee naar binnen te gaan. Er hingen daar waarschijnlijk nog teveel herkenbare geurtjes die niet zo'n beste herinneringen naar boven brachten bij ons trouw viervoetertje. Die voeten bleven namelijk pal op de grond staan en het kostte me al mijn overredingskracht, lees: ik pakte haar dus maar op, om haar binnen te krijgen. Maar toen we eenmaal aan de beurt waren, werd de dierenarts met veel gekwispel begroet en leek alle angst verdwenen. Boven op de onderzoekstafel lijk je als Jack Russell ook een hele grote hond en hoef je nergens bang voor te zijn, zeker niet voor die aardige dokter.
Die aardige dokter was vervolgens druk met het voorbereiden van de injectie en ik zag daar nog helemaal niks verkeerds in. Al kletsend werd Muis gevaccineerd en terwijl de gegevens in de computer ingevoerd werden, keek ik nog eens goed in het net ingevulde boekje. In dat officiële paspoort voor gezelschapsdieren zag ik opeens dat Muis bijna dezelfde cocktail had gekregen als 3 maanden geleden, maar beschermde die dan ook tegen kennelhoest? Dat bleek dus een slimme vraag van me, want de injectie had helemaal niet gehoeven!!


De kennelhoest wordt zonder prikje bestreden, namelijk d.m.v. een neusspray. Moest die arme Muis er nog een keer aan geloven en kreeg ze in dat piepkleine neusje van haar aan beide kanten ook nog eens een spray ingespoten. Dat ze daar uiteindelijk harder tegen protesteerde dan tegen de prik, begreep ik maar al te goed. De aangeboden hondensnoepjes na afloop werden dan ook niet door haar geaccepteerd. 'Kom zeg, hou die dan ook maar', hoorde je haar bijna denken. En daarmee reageerde ze precies hetzelfde als onze jongste zoon ongeveer 18 jaar geleden toen hij na veel tegenstribbelen en een injectie in beide armen een plaatje mocht uitzoeken op het consultatiebureau. Hij dacht niet alleen iets dergelijks, maar gaf met een brede armzwaai ook uitdrukking aan zijn ongenoegen: de plaatjes van de dienstdoende wijkverpleegkundige vlogen toen door de lucht!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten